Opinie en verhaal

Column: Alles draait om de eenvoud

- advertentie -

Ze bestaan dus echt. Bakjes die speciaal gemaakt zijn om een banaan in te vervoeren. Bakjes die de vorm hebben van een banaan. Bakjes die ook de kleur hebben van een banaan, geel. Ik wist dat niet, totdat een collega zo’n ding uit haar tas haalde. Volgens de eigenaresse was het juist handig, was het bedacht om het kneuzen van de banaan te voorkomen. Daardoor komen er geen bruine vlekjes op en wordt de banaan niet zacht of ranzig op zekere plekken. Mijn mond viel open en ja, dan zie ik er wat dom uit maar voor dit soort onzin zet ik ook speciaal mijn domme gezicht op. En ik weet heus wel dat er bakjes zijn waar je je gesmeerde boterhammen in kan vervoeren. Dat noemen we in de volksmond ook wel een broodtrommel, weliswaar een uitstervend soort omdat plastic boterhamzakjes of kant en klare sandwiches in dikke, plastic verpakkingen steeds meer terrein winnen. Want ja, anders moet je elke dag het trommeltje schoonmaken en dat kost tijd.

- advertentie -

Maar bakjes om bananen in te vervoeren waren mij vreemd, totdat die collega dat ding ineens uit haar tas haalde.

Logisch was het wel dat het uit de tas van een vrouw kwam. Want die zijn gevoelig voor dit soort onzin. En dat blijft mij verbazen, dat hoef ik hier niet meer uit te leggen. En elke, zichzelf respecterende man weet dat ook. Mannen scheuren een banaan van de tros, stoppen die in hun zak of leggen die in een plastic tasje die ze mee naar werk nemen. Als ze die banaan dan enkele uren later op gaan eten zal er gerust een bruin vlekkie op zitten maar dat deert de man niet en drie happen later is de banaan opperdepop.

Zo doen wij dat!

Natuurlijk vertelde ik het direct aan mijn vrouw toen ik thuis kwam, van dat ‘bananen-moment’. Maar zij keek er niet van op en ging rustig door met strijken, met een glimlach van oor tot oor want ze had een nieuw strijkijzer en die was zó ontzettend fijn om mee te strijken dat ze alles uit de kast gehaald had om het opnieuw te strijken.

Zelfs mijn onderbroeken stonden stijf van de strijkbeurt!

Vervolgens kwam de verbazing: “Wist je dat dan niet? Er zijn ook uitvoeringen met een touwtje, die kun je dan om je nek hangen. Voor kinderen zeg maar. Ze bestaan al jaren en je hebt ook uitvoeringen voor een tomaat, appel of komkommer.” Hoofdschuddend liep ik de kamer uit, weg van al die rariteiten die de mens steeds maar weer verzint. Zelfs de komkommer mag niet zacht worden! Straks vertellen ze mij ook nog dat er bakjes zijn met bovenop een bobbel.

Die zijn dan voor de boterhammen met een spiegelei!

De wereld slaat door. Of niet de wereld, maar de verwende welvarende mensheid slaat door. Maar toch blijven sommige dingen nog steeds voortbestaan. Ten eerste in onze geest, vroeger was immers alles beter en een ieder heeft wel zoete herinneringen aan iets. En zo nu en dan, haast op één hand te tellen, komt zo’n herinnering weer tot leven.

Zo waren wij laatst getuige van een prachtig tafereel, namelijk het afhalen van eigen gekweekte sperziebonen. De heer des huizes haalde de bonen van de planten af en de vrouw des huizes ging ze ‘doppen’, met behulp van haar dochter, kleindochter, kleinzoon, mijn echtgenote en haar zoon. Daar waren ze een hele middag mee bezig en ondertussen werd er gepraat, gelachen en wederom gepraat.

Want de herinneringen werden met elke gedopte sperzieboon steeds helderder.

Herinneringen aan vroegere tijden toen dit soort activiteiten nog in vele huishoudens uitgevoerd werden. En, zei de heer des huizes, alvorens wij naar school gingen, moest elk kind zijn kamer opruimen en aardappels schillen. Het ontbijt bestond uit pap of dikke plakken brood met kaas of spek en romige, verse koemelk.  En niemand had een gluten-allergie, een lactose -intolerantie of last van andere fratsen. En na schooltijd werd er meegeholpen in de moestuin. Daar werd niet over gediscussieerd.

Dat deed je gewoon.

En als je dan vraagt of ze gelukkig waren in die tijd dan krijg je een volmondig ‘ja!’ retour, want ze waren gelukkig met wat ze hadden. De wereld was nog beperkt tot het dorp verderop en de meeste familieleden woonden vlakbij elkaar. En iedereen praatte met elkaar, over kleine dingen en over grote dingen die ze uit de krant haalden of via de radio meekregen. En vakantie vieren was beperkt tot een dagje langs de snelweg, auto’s kijken vanuit de berm. Daar was niks exclusiefs aan terwijl dat tegenwoordig wel allemaal gewenst is. Hoe verder we weg gaan hoe interessanter het is.

Althans, dat denken sommigen onder ons.

Nu, vele jaren later is de moestuin nog niet uitgestorven maar veel scheelt het niet meer omdat de welvaart ons opslokt, we moeten van alles. Daardoor kunnen we onze eigen boontjes niet meer zelf doppen en zoeken we het in diepvries bonen of in potten. Onder de noemer dat gemak de mens dient. Maar we zien niet dat het gemak een keerzijde heeft, namelijk gemeenschapszin. We zitten midden in de tijd van het ‘Individualisme’, oftewel:

‘Ikke, ikke en de rest kan stikke!’

Aan het einde van de middag werd ik geAppt met de vraag of ik ook ‘gezellig’ kwam want dan gingen we met zijn allen eten. En ja, een deel van de drie enorme emmers met sperziebonen stond op het menu. “Met een gehaktbal of hamburger!” zei de moeder des huizes, daarvan had ze nog een paar liggen in de vriezer.

De spontaniteit van deze onverwachte wending van de dag was voor mij al genoeg reden om in te gaan op de uitnodiging.

En nadat de klok zes uur geslagen had zaten wij met zijn allen in de tuin aan de tuintafel, met daarop enkele grote pannen met sperziebonen, aardappelen, gehaktballen en hamburgers in de jus. En iedereen praatte met elkaar en genoot van de maaltijd.

Hoe eenvoud het leven tóch echt hartstikke mooi kan maken!

Door: Arjen Veldhuizen

 

- advertentie -

Dit kan u ook interesseren

Back to top button