AlgemeenOpinie en verhaal

Column: Robot

- advertentie -

De mensheid gaat nog eens aan zichzelf ten onder, dacht ik toen ik vol liefde naar een grasmaaier stond te kijken. Het was een klein groen robotgrasmaaiertje. En ik had zoiets nog nooit gezien. Sterker nog, ik wist niet dat zo’n machine bestond. Het maaiertje was ongeveer zo groot als een klein hondje, maar leek het meest op de nakomeling van een kikker en een frisbee. Samen met mijn broertje was ik in de Stationsstraat in Scheemda. En we keken hoe het machientje secuur en geluidloos een gazon millimeterde. In zijn nederige onverzettelijkheid deed hij me denken aan het personage Wall-E uit de film van Pixar.

- advertentie -

Mijn broertje wist te vertellen dat dit soort grasmaaiertjes ‘uit zichzelf naar hun laadstationnetje rijden als hun energie bijna op is.’ Dat roerde me haast tot tranen toe – het moest niet gekker worden. Het is maar goed dat ik zo’n ding niet bezit, dacht ik, want dan zou ik in staat zijn op een koude nacht de tuin in te sluipen om een dekentje over hem heen te leggen.

Natuurlijk weet ik dat het toekennen van dierlijke en menselijke eigenschappen aan grasmaaiers onzin is. Het is net als het zien van een inktvis in ophanghaakjes, boze of verbaasde gezichtsuitdrukkingen in stopcontacten, of het gezicht van een zwerver in een tosti. Zoek eens op hashtag #Iseefaces en je krijgt de meest hilarische voorbeelden hiervan.

Dit herkennings- en inlevingsvermogen is precies wat de mens anders maakt dan andere diersoorten. Maar het maakt ons tegelijkertijd zwak. Want als ik iets kan voelen voor een grasmaaier, kan ik dat waarschijnlijk ook voor een moordwapen, zolang dat er maar menselijk of dierlijk genoeg uitziet.

En die machines bestaan ook. De ontwikkelaars van dit soort robots presenteren hen als logische volgende stap op weg naar ‘schonere’ oorlogvoering: minder slachtoffers en meer precisie. De tegenstanders zijn bang dat de mensheid – weer eens – een monster creëert. In een Tegenlicht-uitzending over de jongste generatie ‘sociale’ robots wordt een Japanse professor geïnterviewd die een robotkopie van zichzelf heeft gemaakt. De man laat zijn gezicht elk jaar plastisch bijwerken omdat de tand des tijds wel vat heeft op hemzelf, maar niet op zijn robotbroer.

Volgens mij zijn de drijfveren voor het ontwikkelen van robots nooit alleen maar rationeel geweest. Het scheppen van een wezen dat menselijke taken overneemt, en zelfs verbetert, is balanceren op de grens van almacht en onmacht. Daar houden we van, wij mensen.

Natuurlijk komt er een dag dat een huishoudrobot na de koelbloedige moord op zijn eigenaar doodgemoedereerd diens gazon maait. En als het technisch een beetje meezit, fluit hij er ‘The Bright Side of Life’ bij.

Door: Jos Schaafsma

- advertentie -

Dit kan u ook interesseren

Back to top button