Akkerkool voedsel voor bijen en zweefvliegen
Oldambt – Een plant die we in ons landschap overal wel tegen kunnen komen is akkerkool. Hij groeit vooral op open bewerkte bodems, zoals in akkers en tuinen. Niet voor niets heeft deze plant de naam ‘akker’ in zijn naam. Kieskeurig is deze plant niet, want hij groeit ook in bosjes en graslanden. In mijn tuin heb ik op een plek waar de bodem wat open ligt veel akkerkool staan. Sommigen noemen het een onkruid, maar niets is minder waar. De bloemen bieden namelijk tal van insecten nectar en stuifmeel. Het is een bloeiend kruid zoals de paardenbloem.
Een uurtje kijken leverde verrassende resultaten op. Zes soorten bijen kon ik noteren, een weidehommel, een pluimvoetbij, een tronkenbij, een bandgroefbij, een gewone kegelbij en een houtbij. De hommel behoort ook bij de groep van bijen. Het bezoek van de gewone kegelbij was wel een bijzonder grote verrassing, omdat hij heel erg zeldzaam is. Uit Oost-Groningen zijn sinds 1965 maar enkele meldingen bekend.
(lees verder onder de foto)
Ook zweefvliegen bezochten de akkerkool, een bandzweefvlieg, een snorzweefvlieg, een witte halvemaanvlieg, een blinde bij en een grote fopwesp. Ze lijken op bijen of wespen, alsof ze willen zeggen “kom niet aan mij want ik kan steken!” Maar gelukkig, dat kunnen ze niet. Ze snoepen slechts van de nectar en het stuifmeel van de akkerkool.
De gewone kegelbij is wel een heel bijzondere bij omdat het vrouwtje, net als een koekoek, haar eitjes legt in nesten van andere bijen. Dat loopt voor die eieren of larven niet goed af: ze worden gedood. De larve van de kegelbij eet dan van de aanwezige nectar en het stuifmeel. Ja, echt, zij heeft andere bijen het werk laten doen!
Akkerkool is kortom een heel belangrijke voedselplant voor bijen en zweefvliegen. Laten we zuinig zijn op deze plant. Niet maaien of omspitten, maar laat ze lekker staan. Voor de biodiversiteit is de plant samen met andere inheemse ‘gewone’ kruiden van grote betekenis.
