COA beëindigt inzet noodnachtopvang in Nieuwolda

Nieuwolda – Het COA stopt per 15 mei met de inzet van noodnachtopvang. Noodnachtopvang wordt sinds december 2023 gebruikt als uitwijkmogelijkheid in een andere gemeente als Ter Apel vol is. Momenteel is de noodnachtopvang in de gemeente Oldambt gehuisvest.
Op 15 mei sluit deze locatie en zou een nieuwe noodnachtopvang in Wolvega (gemeente Weststellingwerf) openen. Het COA heeft de gemeente geïnformeerd Oldambt dat er geen gebruik meer gemaakt gaat worden van noodnachtopvang in deze vorm en heeft goed overlegd over de verdere afhandeling hiervan. Er is de afgelopen periode ook geen gebruik van gemaakt.
In de noodnachtopvang worden mensen bij grote drukte voor één nacht met bussen vanuit Ter Apel naar deze locatie gebracht om de volgende ochtend weer terug te keren naar Ter Apel. De noodnachtopvang is sinds eind oktober 2024 niet meer nodig geweest en de verwachting is dat dit de komende tijd zo blijft. Daarom is besloten om niet verder te gaan met deze dure vorm van opvang.
Het COA blijft zich bewust van de mogelijkheid dat in de aanmeldlocatie Ter Apel meer mensen moeten worden opgevangen dan 2.000, het maximale aantal volgens de bestuursovereenkomst. We blijven daarom zoeken naar een overlooplocatie in de regio waar mensen ook overdag kunnen verblijven.
Nog steeds plekken nodig
Het stoppen van de noodnachtopvang betekent niet dat het COA geen plekken meer nodig heeft, integendeel. Een groot deel van de opvanglocaties is tijdelijke noodopvang die veel geld kost en vaak niet voldoet aan de standaardeisen die het COA aan een opvanglocatie stelt. Het is dan ook essentieel dat gemeenten uitvoering geven aan de mogelijke nieuwe locaties in het kader van de Spreidingswet.
COA-bestuursvoorzitter Milo Schoenmaker: ‘’Wij zijn de gemeenten die de afgelopen anderhalf jaar noodnachtopvang hebben aangeboden zeer dankbaar. Wij blijven geïnteresseerd in een opvangplek in de regio waar mensen ook overdag kunnen verblijven. En we blijven op zoek naar voldoende reguliere opvangplekken.’’