Opinie en verhaal

Column: De wereld draait gewoon door

- advertentie -

Wat fijn is het toch wanneer mensen met je meeleven wanneer je afscheid hebt moeten nemen van een dierbare, in mijn geval mijn moeder. Het is namelijk geen verplichting en je hoeft het helemaal niet te verwachten, vooral omdat voor de meeste mensen dan de wereld gewoon door blijft draaien.

- advertentie -

Terwijl je eigen wereld even stilstaat.

Daar is natuurlijk niks mis mee en, laten we eerlijk zijn, we krijgen er allemaal mee te maken. Daarom zijn er ook zoveel liedjes over gemaakt, zoals wijlen Jeroen van Merwijk de dood eerde met een lied, ‘Mijn vriend, De Dood’:

Hij is rustig, zegt niet veel, geeft zwijgend iedereen zijn deel, je kunt van hem altijd op aan, hij zal nooit iemand overslaan.’

Of wijlen Robert Long met het ‘Liedje voor als ik er niet meer ben’, welke op zijn uitvaart gedraaid werd:

Nou ja, je mag best een traantje laten, dat vind ik ergens ook wel een compliment,

Maar niet te lang dan, dat zal niet baten, wie overleden is die blijft dat tot het end’

Dus we kunnen er maar beter zoveel mogelijk over praten, want dat we doodgaan is één van de zekerheden in ons leven. Maar het is natuurlijk wél heel belangrijk om het zo lang mogelijk uit te stellen.

En dat hebben we, helaas, niet allemaal voor het zeggen.

Voor mij was het eigenlijk de eerste keer dat ik in ‘de organisatie’ zat. Bij voorgaande begrafenissen of crematies stond ik meer aan de zijlijn en diende ik eigenlijk slechts als steunpilaartje van de direct naasten. Maar deze keer was het anders, moest ik samen met vader, zus en broer aan de slag. Veel werk, maar daar tegenover stonden heel veel fijne momenten. Want zo vaak zien we elkaar niet en nu waren we ineens dagen achtereen weer aan elkaar overgeleverd.

Net als vroeger toen we allemaal nog thuis woonden.

De tijd dat we elkaar gedoogden zeg maar. Want er was wel eens wat tussen ons, zoals kinderen onder elkaar kunnen zijn. Als jongste kind van de familie had ik, volgens broer en zus, altijd meer voordelen dan zij. Ik mocht eerder dingen doen dan wanneer zij er om vroegen. Eerder langer opblijven, eerder naar de bioscoop of eerder ‘uit’ gaan. Nu fraudeerde ik lichtjes met dat uitgaan, hoor. Ik vroeg (lees: zeurde) dan als 15-jarige of ik naar de Jeugdsoos mocht, “Want iedereen mag daarheen!”

Volgens een nog redelijke actieve herinnering ben ik er maar één keer geweest.

Want ‘iedereen’ zat gewoon in een van de kroegen en ja, wat doe je dan als kuddedier? Achteraf gezien en met de kennis van nu zal ik wel enkele hersencellen verzopen hebben in vergelijking met die van mijn broer en zus, maar dat heb ik er wel voor over gehad. Plus de ‘straffen’ als ik het weer eens te laat gemaakt had.

Dat kwam nog wel eens voor.

Maar nu waren we weer thuis als volwassen kinderen die de laatste eer aan hun moeder gingen bewijzen. Omdat we wisten wat er komen zou, had ik al bedacht lekker te gaan koken voor allemaal. Omdat we wisten dat het einde naderde keek ik daar erg naar uit omdat we, door alle afstanden tussen ons, niet vaak meer met zijn allen aan tafel gezeten hadden. Mijn lieve vrouw had, als het dan zover was, ook plannen bedacht. “Als jullie aan het regelen zijn duik ik wel de tuin in van Pa!” Goed plan, want dat werd hem allemaal te veel om als 89-jarige het onkruid tussen de tegels te verwijderen of de tuin te schoffelen. Toen we uiteindelijk op de sterfdag aankwamen zagen we dan ook dat de natuur flink tuingehouden had.

Ze heeft een volle groene container onkruid eruit kunnen halen.

Als beloning begon tussen alle dichte knoppen, één roos te bloeien, ooit in de tuin gezet door mijn moeder die altijd gek was met haar tuin. En wat deed ik? Tussen al het geregel door mocht ik een levensloop schrijven. Met het dringende verzoek om het niet te lang te maken want men vindt mij nogal eens lang van stof. Natuurlijk pareerde ik deze aanval want ten eerste ben ik bijna 60 jaar en heb dan wel wat te vertellen en ten tweede tikte mijn moeder op Bevrijdingsdag de 94 lentes aan en ja, daar kan ik dan weer kort in zijn:

Over haar leven was nóg meer te vertellen!

Maar goed, ik snapte het wel en bleef redelijk binnen de limiet. Het mooie was dat ik, wanneer ik iets niet meer exact wist, het na kon vragen. Bij mijn vader, maar ook bij broer en zus. En tijdens die gesprekken vielen allerlei puzzelstukjes op hun plek, dat maakte het eigenlijk nog leuker. Mijn zus bijvoorbeeld had weer andere herinneringen aan onze jongste jeugdjaren dan ik. Dat had natuurlijk te maken met het feit dat zij het langste gewoond heeft in het huis van onze kinderjaren.

Tot haar 16e.

Daarna verhuisden we naar een ruimere woning en kregen we een eigen kamer. Dat vond ik heel bijzonder, want daarvoor deelde ik 12 jaar lang mijn slaapkamer met mijn broer. Voor mijn zus was dat ietsjes minder, want mijn broer en ik vormden regelmatig een blok om haar wat te plagen.

Zoals kinderen dat kunnen doen.

Maar na die verhuizing had ik ook wel het gevoel dat mijn kindertijd voorbij was want ik ging naar het voortgezet onderwijs en mijn zus ging naar de Wal haar opleiding volgen, nadat ze de Huishoudschool doorlopen had. Twee jaar later ging mijn broer ook naar de Wal voor school en had ik het rijk alleen met mijn ouders.

Ach ja, zo heeft iedereen zijn of haar herinneringen.

Maar de wereld draait ondertussen gewoon door en wij hebben er alweer een week werk op zitten. En mijn vader een volle week zonder zijn geliefde vrouw, waar hij vandaag precies 65 jaar geleden mee trouwde. Hij dacht dat het net niet gehaald was, maar met de drie ondertrouw weken ervóór kan hij gewoon zeggen de 65 jaar vol gemaakt te hebben.

Een 10 met een griffel!

- advertentie -

Dit kan u ook interesseren

Back to top button