Opinie en verhaal

Column: ‘t Kan verkeren

- advertentie -

Nadat ik geboren was kreeg ik de achternaam van mijn vader. Hij ging enkele dagen na de geboorte naar het gemeentehuis om het kind aan te geven en dan hoefde hij alleen maar de voornaam(en) van de pasgeborene op te geven. De achternaam stond bij voorbaat al vast. Dat was toentertijd een soort vanzelfsprekendheid. Nu niet meer. Want alles is aan verandering onderhevig. De laatste jaren lijken, voor ons gevoel, de veranderingen met de dag toe te nemen en soms vallen ze haast niet meer bij te benen.

- advertentie -

Vooral de conservatief denkenden onder ons hebben daar erg veel moeite mee.

Die proberen krampachtig tradities en gewoonten te behouden want dat zijn ze zo gewend, dat is vertrouwd en daar voelen ze zich veilig bij. Het liefst wil men terug naar vroeger, toen het leven nog goed én overzichtelijk was, althans, in hun beleving! Want vroeger was natuurlijk niet alles beter, het was hooguit wat overzichtelijker. Maar ja, ondertussen werd die oh zo boze wereld alsmaar groter. Grenzen vervaagden door het wereldwijde web en omdat de mens steeds meer vrije tijd werden we ook reislustiger.

Voordat je het weet staan ze in je tuin omdat Amsterdam de drukte niet meer aan kan!

Het is een hard gelag voor diegene die daar niet mee om kunnen gaan. Soms raakt men zó in de stress dat ze bedreigingen uiten aan het adres van de veranderaars, puur uit frustratie en opgezweept door onderbuik politici. Dat zagen we van de week weer nadat een aantal jeugdigen (ja, die de toekomst nog hebben) van het Laks tips gaven om de steeds meer diversere mens te duiden.

Tips, ik herhaal ’t nog maar even.

Juf Ank was haar tijd al ver vooruit: “Hallo allemaal, wat fijn dat je er bent!” Als ik jongeren aanspreek zeg ik altijd: “Hallo jongelui.” En voeg daar dan aan toe: “Met nadruk op lui!” En vervolgens krijg ik ‘m natuurlijk terug, bijvoorbeeld “Hallo ouwe lul.” Of zoals ze mij wel eens op het werk noemen “The old one.”

Maar serieus, taal is ook onderhevig aan veranderingen.

Neem alleen maar de straattaal die steeds meer vat krijgt op ons allemaal. Of kijk maar eens oude beelden terug van televisieprogramma’s, waar een ‘ouwe lul’ in pak met stropdas prachtige Nederlandse volzinnen uitspreekt die we tegenwoordig écht niet meer horen. Ze bestaan nog hoor, zo nu mogen ze weer even wat zeggen op de televisie zoals bijvoorbeeld A.F.Th van der Heijden, Maarten t Hart, Arthur Japin of Adriaan van Dis.

En wees eerlijk, wie spreekt er tegenwoordig nog Oudnederlands?

Maar we mogen voortaan de achternamen gebruiken van beide ouders/opvoeders, zowel van Pa en Ma, Ma en Ma of Pa en Pa. Nu wordt het een stuk duidelijker. Ik zou dan voortaan door het leven gaan als Arjen Veldhuizen-van Ma’s kant Smit.Ik vind het helemaal goed want dan hoef je ook niet meer te vragen:

“Fan wa bist dyr yn?”

Zoals we dat op Terschelling vroegen als je niet precies wist wie je voor je had. Klinkt best lekker moet ik zeggen maar het riekt wel naar kouwe kak. Maar goed, als we straks allemaal dubbele namen hebben valt die kouwe kak vanzelf weg. Over kakkers gesproken, dit soort mensen willen nog wel eens de suggestie wekken dik in de munten te zitten maar ook daar gaat een einde aan komen is mijn vermoeden. Er was natuurlijk al de zogenaamde ‘Balkenende-norm’, dat je als topfunctionaris niet meer mag verdienen dan een minister. En sinds kort werd het energie-plafond geïntroduceerd, ook iets nieuws om grenzen te stellen aan abnormale energieprijzen. Maar nou las ik van de week een column en daar hadden ze het over een nieuwe grens.

Namelijk de Rijkdomgrens.

Want er zijn een aantal mensen op deze Aardkloot die zo ontzettend veel geld hebben dat ze dat bij leven never nooitmeer op kunnen maken, inclusief al hun bloedjes van nageslacht en daar weer de bloedjes van.

En zo nog wat afstammelingen.

Dat is niet normaal. Dat is absurd, vooral omdat er zoveel ongelijkheid is op deze wereld. Ik ben daarom voorstander van die Rijkdom-grens. Van mij mogen ze net genoeg geld houden om redelijk zorgeloos te kunnen blijven leven. Dus dat ze gewoon kunnen blijven golven, al hun auto’s mogen houden, dat ze zich dagelijks mogen laten verwennen door op geldbeluste vrouwen of mannen van het kaliber: “Het was niet uit liefde, het was om je geld, je was niet mooi maar welgesteld” (Jaap Fischer-Om je geld) en genoeg om het personeel te blijven betalen. Laten we zeggen dat ze vijf miljoen per jaar mogen houden.

Alles daarboven moeten ze inleveren.

Want veranderingen gelden natuurlijk voor ons allemaal, niemand uitgezonderd. Al dat geld boven de streep kunnen we dan bijvoorbeeld gebruiken als pleisters voor stomme projecten. Zoals de Floriade bleek te zijn, die kwamen iets van honderd miljoen tekort in de begroting. Honderd miljoen weggegooid. Dat heeft niets te maken met wat er allemaal te zien is maar gewoon omdat het ouderwets is, oubollig. Vroeger trok het nog volle zalen omdat er niks anders te doen was. Iedereen werkte zich het apelazarus, van deeltijd had men nog nooit gehoord en men zag dit als opkikkertje in het best wel saaie leventje wat ze leidden.

Gezellig, we gaan een dagje naar de Floriade.

Veranderingen, het hoort er allemaal bij en ik merk dat ik ooksteeds vaker veranderingen accepteer. Wat mij aanspreekt dan, ik laat me ook niet gek maken. Maar ik laat mij wel altijd goed informeren over de voors en tegens waardoor ik mijn mening, waar nodig, kan bijsturen. Klein voorbeeld is de manier waar ik muziek luister. Dat deed ik altijd via de radio en ik heb ook mijn favoriete Dj’s zoals bijvoorbeeld Rob Stenders. Want die draait goede muziek én heeft veel kennis van muziek.

“Dat hoor je niet op Spotify!” riep ik dan in mijn betoog tegen deze streamingdienst.

Inmiddels luister ik alleen nog maar muziek via Spotify en wissel dat af met ‘gewone’ radio.

Want ja, ’t kan verkeren!

- advertentie -

Dit kan u ook interesseren

Back to top button