Opinie en verhaal

Column: Zoals de ouden zongen, piepen de jongen

- advertentie -

Zo nu en dan steekt het weer de kop op, de discussie over het herinvoeren van de dienstplicht. Meestal aangewakkerd door ouderen wanneer de jongeren weer eens flink tekeer zijn gegaan en buiten de lijntjes hebben gekleurd. Ook door mij, vooral nadat ik weer eens lees dat er hulpverleners belaagd worden, dan roep ik net zo hard mee dat deze lamstralen eens flink aangepakt moeten worden.

- advertentie -

Want van hulpverleners en ordebewaarders blijf je af!

Het lijkt wel alsof de agressie toeneemt en dat de jongeren zich niet meer kunnen beheersen, vaak onder invloed van drank en drugs. Daarbij is er genoeg media die al die ongein graag publiceren waardoor onze kijk op de jeugd enigszins aan het vertroebelen is. Daar moeten we wel eerlijk in kijk altijd even terug hoe jezelf was in de lentedagen van je leven.

En niet elke pre-puber, puber of laat puberend kind is een lastpak.

Een van de argumenten die genoemd worden in het dienstplicht-verhaal is dat de hedendaagse ouders heel veel moeite hebben om het kroost in bedwang te houden en liever conflicten vermijden. Ik heb dat zelf ook ondervonden tijdens het opvoeden van mijn drie kinderen. Regelmatig zag ik dat het consequent opvoeden met dezelfde regelmatigheid even losgelaten werd, de ene keer omdat ik gewoon moe was en de andere keer omdat ik niet lekker in mijn vel zat.

Niets menselijks is mij vreemd.

Maar het is wel gek dat ik hieraan toegaf want in mijn herinneringen lieten mijn ouders de teugels van het opvoeden niet altijd vieren. Die opvoeding was ‘streng doch rechtvaardig’ en ‘de structurele discipline’ was altijd wel aanwezig. En ik had maar één optie als ik niet wilde luisteren:

Ik hád maar te luisteren!

Je wist wat je grenzen waren en hoever je kon gaan. Daarnaast werd mij respect bijgebracht. Voor de mensen om mij heen maar ook voor hun eigendommen. Maar dat respect voor anderen lijkt wel te verdwijnen. We pikken niks meer en schelden bij het minste geringste de andere helemaal verrot. Dat doen we op straat, in de winkel of op het World Wide Web.

Vaak gevoed door eigen frustraties.

Ook is het respect voor andermans eigendommen behoorlijk weg. Eigendommen waar men hard voor gewerkt en gespaard heeft, dan wel als eigendom of door vrijwilligers met veel liefde bewerkstelligd. Hoe vaak lees je niet dat er weer speeltoestellen van speeltuintjes vernield zijn of dat er auto’s bekrast zijn. Ik begrijp daar geen snars van. Als mijn kinderen buiten gingen spelen dan herinnerde ik ze regelmatig aan het feit dat ze niks mochten slopen. En als er een raam sneuvelde door een mislukte voetbal actie dan werd er gauw een nieuw raam geregeld.

Inclusief welgemeende excuses!

Hoe moeilijk is het nou om iemand met respect te behandelen? Waarom lijkt het dat schofferen van anderen meer standaard is dan de norm? Steeds vaker hoor ik van mensen dat ze stoppen met Facebook omdat ze al die scheldpartijen, opgedrongen meningen en pesterijen zat zijn. Ik snap de reageerders wel. Want als je in jouw ogen iets doms leest is de verleiding groot om daarop te reageren. Maar het is negatieve energie.

En het voegt niets toe.

Ja, ergernis. En al die ergernis stapelt zich op en op een gegeven moment loop je de hele dag chagrijnig rond. En vergeet je te genieten van het leven. En geloof mij, dat leven gaat sneller voorbij dan je lief is! De dag dat je sterft is ook de dag van het besef:

‘Zo dan! Dat ging snel voorbij!’

Nu is mijn respect niet eindeloos. Ik kan bijvoorbeeld geen greintje respect opbrengen voor lieden die de afgelopen week er met het thema vandoor gingen van Het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Om je dood te schamen! Het was een klap in het gezicht, wat zeg ik, een trap in het kruis van al die mensen die ooit voor onze vrijheid hebben gevochten, zowel nationaal als internationaal. Jonge mensen vaak, die door de oproepplicht onder Moeders rokken weggetrokken werden, verscheept naar het oorlogsgebied alwaar ze of een vreselijke dood tegemoet traden of levenslang getraumatiseerd waren door al het leed wat ze gezien hadden. Of na de bevrijding alsnog een uitvlucht zochten…

PTSS is van alle tijden.

En wat te denken van al die onschuldigen die geëxecuteerd werden vanwege hun afkomst of hun overtuiging, zoals de Joden, zigeuners, homoseksuelen, communisten, gehandicapten en vakbondsleden. En hielpen die vergeldingsacties? Nee, elke keer stonden er nieuwe helden op die hun leven waagden voor de vrijheid.

Echte helden, niet de ‘vrijheidsstrijders’ die het pamflet van FvD ondertekenden!

Doodschamen moeten ze zich. Deze sneue, narcistische en om aandachttrekkende loenatik’s zouden een flinke schop onder de kont moeten krijgen. Sterker nog, ze zouden op herhaling moeten bij hun geschiedenisleraren. Of eens op bezoek gaan bij de oorlogskinderen die nu in bejaardenhuizen zitten en hoofdschuddend kijken naar de onvrede in dit land. En laat die mensen dan hun verhalen vertellen hoe het was om op te groeien in tijden van oorlog, armoede en hongersnood. Verhalen die je doen gruwelen als je tenminste een beetje empathisch vermogen in je donder hebt meegekregen in je leven.

Daar leer je van dat niet alles vanzelfsprekend is.

Maar zoals de ouden zongen, piepen de jongen. Al generaties lang doen we dit al. Ook daarom is het belangrijk dat we ons daarvan bewust zijn anders glijden we steeds meer af richting de afgrond van het onfatsoen. Dat moeten we thuis doen, op werk maar ook moeten de politici zich daarvan bewust worden. Want vooral die laatste geven geen goed voorbeeld naar hun kiezers waardoor deze zich ook gaan bedienen van populistisch en egocentrisch gedrag.

Er zijn in de afgelopen decennia genoeg voorbeelden van te noemen.

De kiezer wil dat we niet tegenover elkaar maar met elkaar kunnen samenleven. Dat de politici naar elkaars overeenkomsten kijken en niet naar elkaars verschillen. Dan maakt de kans dat het vertrouwen en respect weer hervonden zal worden groter.

‘Harder praten geeft meer geluid, maar niet meer gelijk.’

- advertentie -

Dit kan u ook interesseren

Back to top button