Opinie en verhaal

Column: Lichamelijke strijd

- advertentie -

Vanuit de keuken kijk ik naar de woestenij achter het huis. Dat het toch nog zover gekomen is verbaast mij nog elke dag. Want ik keek er al maanden tegenop en wist dat ik er niet onderuit kon. Daarom vond ik de vertraging door corona helemaal niet erg.

- advertentie -

Maar ja, uitstel is geen afstel.

Wij hadden ruim een jaar geleden bedacht dat de achtertuin op de schop moest. En dan niet een klein gedeelte maar de hele tuin. Natuurlijk zei ik tegen vrouwlief dat ik zelf de tuin wel leeg zou maken, dat kon ik wel. Begin december kregen we door dat de hovenier onze tuin eind januari in de planning had gezet en half december kwam de langverwachte vraag: “Schat…wanneer begin je met de tuin…?”

Ik bleef kalm en gaf aan dat het allemaal goed zou komen.

“Laat mij maar schat, ‘t komt allemaal goed!” Begin januari vroeg ze het weer. “Ar…” Voordat ze verder kon praten vulde ik haar al aan: “Ja schat, het komt echt goed. En als ik dat zeg dan komt het ook goed!”

Wij zijn zo ‘Aan-een-woord-genoeg’ stel.

Op een mooie vrijdag begon ik met de eerste stenen te verwijderen. De hovenier had een container laten bezorgen en mijn taak was deze te vullen met stenen, tegels en bandjes. Die avond protesteerde mijn hele lichaam bij elke beweging die ik maakte. De volgende ochtend liep ik zo krom als een hoepel van de pijn in mijn rug en wist ik wat ik doen moest.

Wandelen!

Veel wandelen, de boel in beweging zetten. Gelukkig stimuleerde mijn vrouw mij daar ook in door mee te lopen. Enthousiast begon ze over de App ‘Ommetje’ maar ik wilde gewoon een rondje Winschoten-Scheemda-Winschoten maken. En de terugweg via het Midwolderbos. Alles draait om de eenvoud, daar heb ik geen app voor nodig.

Aigenwies noemen we dat in Groningen.

Vrouwlief accepteert dat gelukkig (tot een bepaalde hoogte) en zonder klagen liep ze dat weekend alle tochten mee. We hadden ook afgesproken dat we tijdens het wandelen niet op onze telefoon zouden kijken. Nee, we moeten tijdens het wandelen ook oog hebben voor alles om ons heen, de natuur met al haar ontluikende prachten en pralen die ons elk jaar weer opnieuw voorgeschoteld worden. Dus de gsm ging in de broekzak, met het geluid op zacht en trilfunctie aan. Na ruim een uur lopen voelde je regelmatig hoe de broekzak zich vulde met de dagelijkse ‘broekzakAppjes’.

Best moeilijk om dan juist niet te reageren.

Ik voelde de pijn in mijn lijf met elke gelopen kilometer afnemen en die maandag begon ik weer met het gesteente te stoeien. Mijn tactiek was om elke dag enkele meters te maken, mijn krachten te verdelen over de week en tussendoor bleef ik wandelen. Mijn Plan van Aanpak liep als een tierelier en ik gaf mijzelf een schouderklopje.

Maar er kwam natuurlijk weer een kink in de kabel!

De hovenier belde s ‘woensdags met mijn vrouw en vroeg hoever we al waren met het leeghalen van de tuin. Ik bevond mij op dat moment in de tuin en had net bedacht dat het wel weer welletjes was geweest, morgen is er weer een dag! Toen ging de keukendeur open en daar stond mijn vrouw in de deuropening heel blij te zijn: “Ik heb goed nieuws! De hovenier wil overmorgen al komen in plaats van volgende week!”

Mijn hart sloeg even over..

“Huh? Hoe bedoel je? Ik ben toch nog niet klaar? Wat heb je gezegd dan?” Ze bleef lachen, ze vertrok zelfs geen spier: “Ik heb gezegd dat de tuin bijna leeg is.” Ik klapte dicht, kon geen woord meer uitbrengen en hapte naar adem. Want ik was ‘nog maar’ net over de helft! En dan moest het schuurtje nog afgebroken worden! En de schuttingen! Mijn hele planning lag ineens totaal in duigen, een planning waar ik dagen, weken, maanden met mijzelf over vergaderd heb! En, erger, wakker van gelegen heb!

“Wat nou bijna leeg?” riep ik.

“Ach schatje, dat lukt je heus wel.” Zei ze en ging gauw weer naar binnen. Gelukkig had ik iets om mijn agressie mee te blussen, namelijk een halve tuin met tegels en stenen die eruit gehaald moesten worden. En ach, ik voelde mij best wel goed en ondanks de overtollige kilo’s die ik elke dag maar weer mee moet torsen, voelde ik mij fitter dan ooit. Daarbij was het een prima manier om het lichaam in beweging te houden want door de corona mocht ik niet meer trainen tijdens mijn wekelijke sportschool bezoek.

Het Wekelijkse Gesprek met mijn Body zeg maar!

Ik ging door want nu stond ik op tijd. Aan het einde van de middag was de container vol en de tuin leeg. De volgende dag sloopte ik het schuurtje en de restanten van de schuttingen. Ik had zelfs een dikke meevaller want ik kreeg hulp met het verwijderen van al dat hout. Tinus en Bertus, twee pensionado’s die ons al vaker geholpen hadden, kwamen met auto en aanhanger om het hout af te voeren naar de stort. Dat scheelde enorm veel tijd en in mijn enthousiasme nodigde ik ze uit om samen het hun dames, zodra het weer het toelaat, bij ons te komen eten in onze nieuwe tuin.

Dan kan ik mijn kookkunsten ook eens aan hun tonen!

Toen de container opgehaald werd zag ik dat de vrachtwagen best wel moeite had de container op te tillen. Een gevoel van trots kwam over mij. Trots omdat ik elke steen en tegel door mijn ‘mannenklauwen’ gevoeld heb. Klauwen die de krachten van het gesteente hebben moeten opvangen en daardoor vol zitten met schaaf- en stootwonden. En trots op mijn arme armen, die zijn enkele centimeters langer geworden omdat ik als een discuswerper het gesteente in de container zwiepte, met de daarbij horende aanstellerige oerkreten waar tennisdame en ‘Scream Queen’ Michelle Larcher de Brito, jaloers op zou zijn (zoek maar op JoeToep).

Ik voelde een trilling in mijn broekzak.

Een Appje van de hovenier. Het weer werkt niet mee dus nog even geduld…

- advertentie -

Dit kan u ook interesseren

Back to top button